De katholieke onderwijskoepel slaat aan de alarmbel. Het toenemende aantal leerlingen, de besparingen en inflatie doen de koopkracht van de lagere scholen dalen. Tijdens de plenaire vergadering in het Vlaams Parlement vragen Elisabeth Meuleman (Groen) en Jo De Ro (Open Vld) bevoegd minister Crevits om meer uitleg.
“De lagere scholen krijgen vaak minder geld dan waar ze recht op hebben”, geeft minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) ook toe. Het heeft te maken met een oude berekeningsformule die tot op heden nog wordt gebruikt. “De werking van het financieringssysteem bestaat al sinds 1997. Als het leerlingenaantal stijgt, komt er 100 % omkadering bij, maar 40% werkingsmiddelen. Dus de analyse van de katholieke onderwijskoepel is inderdaad correct. Maar tot op vandaag werd deze berekening nooit in vraag gesteld”, zegt Hilde Crevits. De minister verzekert wel dat hier verandering in zal komen.
Tussen 2009 en 2015 zijn de werkingsmiddelen van scholen met bijna 5 procent toegenomen, van 911 naar 956 miljoen euro. Maar dat was onvoldoende om de inflatie in diezelfde periode te compenseren. Met als gevolg dat scholen met hun budget minder kunnen kopen. “We moeten vooral kijken waar de noden het hoogst zijn, met name het kleuteronderwijs”, zegt Jo De Ro (Open Vld). Hij kaart ook aan dat er moet bekeken worden of de verdeling tussen kleuter-, basis-, secundair- en hoger onderwijs nog juist zit.
Studio Parlement, woensdag 17 mei 2017 vanaf 18u op Actua-TV. Daarna doorlopend te bekijken in onze nieuwslus.